vrijdag, december 18, 2009

Managers en andere dieren

Over leiderschap en sekse, biologische drijfveren en ambities

Bij veel vogelsoorten zijn de mannetjes met de uitbundigste pluimage favoriet bij de andere sekse. Van pauwen is bijvoorbeeld bekend dat de hennen de haan met de mooiste en langste staart de eer gunnen. Ook bij veel andere diersoorten – inclusief de onze - heeft de vrouwelijke sekse een voorkeur voor de uitbundigst baltsende, mooist zingende en rijkste en kleurrijkste macho’s.
De vergelijking met uw drijfveren en die van uw bestuurders dringt zich onweerstaanbaar op.

Mannenmaatschappijen in het dierenrijk worden vooral gedomineerd door fysiek en ‘powerplay’, van levensbelang bij het overleven in een gevaarvolle omgeving. In het verre verleden gold dat ongetwijfeld ook voor onze soort. En zelfs nu nog laat u zich in de luren leggen door wasbord en biceps, lipstick en rouge, toupet en facelift. Met andere woorden: jeugd, kracht en gezondheid, synoniem voor vruchtbaarheid, trekken blijkbaar heftig aan. In alle geledingen van het bedrijfsleven en andere slagvelden vindt u er de resten van terug. Zo wordt niet voor niets het merendeel van het pluche in bestuurskamers bezet door mannen. Dat betekent overigens niet dat zij ook de beste managers zijn!

Eigenbelang
Bij veel diersoorten die in groepsverband jagen, dus ook bij de mens, worden doorlopend aanvallen op het leiderschap gepleegd en vooral op de leider zelf.
Bij wolven en Afrikaanse wilde honden noemen we hem de alfa-man of top-reu. Ook hij moet steeds in de gaten houden of er niet aan zijn stoelpoten wordt gezaagd of valkuilen voor hem worden gegraven. Dit soort burgeroorlogen horen blijkbaar bij het leven van in groepsverband jagende hondachtigen.
Het zal u niet onbekend voorkomen. Miljoenen jaren oude gedragspatronen verberg je niet achter krijtstreep. Besturen en de bijbehorende managers demonstreren dergelijk oergedrag dan ook in optima forma. Natuurlijk wel ten koste van het bedrijf, want als het er op aan komt telt alleen het eigenbelang.
We zijn dan ook voortdurend uit op persoonlijk voordeel, het verbeteren van onze eigen positie. De evolutionaire betekenis zal duidelijk zijn: de leidinggevende reu heeft, als het om de voortplanting gaat, het exclusieve dekrecht. De werkplek is dan ook de locatie bij uitstek waar liefdesrelaties opbloeien, waar het zindert tussen de seksen. Gezamenlijke overuren, buitenlandse reizen en seminars maken dat ruim 40 procent ooit een geliefde op de werkvloer ontmoet.
Managers blijken het meest ‘vatbaar’ voor een verhouding of slippertje.

Offers
Hier en daar echter zien we de leiding in handen van vrouwtjes en vrouwen. Vergeleken met de mannenwereld een toonbeeld van rust en geweldloosheid. Waarschijnlijk komt dat doordat vrouwen en vrouwelijke dieren gewoon betere managers zijn dan mannen. Toch stoten zij maar moeizaam door naar de top.
Alles wat overheid en bedrijfsleven hebben aangesleept om het werk specifiek voor vrouwen aantrekkelijker te maken, zoals kolfkamers, flexibele werktijden en bedrijfscrèches, had weinig resultaat. Alsof vrouwen, ondanks hun opleiding en ervaring, hun capaciteiten en wil tot werken, geen carrière lijken te ambiëren. Voor hen zijn harmonie en communicatie belangrijker.
Mannen zijn veel eerder bereid offers te brengen ten gunste van hun carrière. Dat zit in hun genen verankerd. Ik denk dat die offers voor hen ook minder groot zijn dan voor vrouwen. Leiderschap verhoogt immers – alleen in het dierenrijk? - de kans op nazaten. En daar draait het blijkbaar ook bij onze soort om.
Het best wordt de ‘rechtvaardiging’ voor de strijd tussen mannen verwoord in de dialoog tussen Mao Tse Tung en Henry Kissinger. Mao: ‘Hoe komt zo’n dikke en lelijke man als u toch aan zo’n buitengewoon mooie vrouw?' Waarop Kissinger antwoordde: ‘Macht is het sterkste afrodisiacum en maakt zelfs mij aantrekkelijk!’
Wat Kissinger bedoelde, bleek op de begrafenis van François Mitterand. Na zijn dood liepen er drie vrouwen achter de baar: zijn echtgenote, zijn maîtresse en haar dochter. Een alfa-reu laat zijn potentie zien. Zelfs na zijn dood.