maandag, juli 30, 2007

Het mag weer worden gezegd!

Na decennia van kans op primitief volksgericht door de media, overheden en collega wetenschappers mag het weer worden gezegd: er bestaan verschillen tussen mannenbreinen en vrouwenhersenen (vrouwenbreinen en mannenhersenen wordt ook goed gerekend). Niet alleen is de ‘grijze massa’ van mannen zo’n 150 tot 300 gram zwaarder – een flinke steak dus – maar ook op diverse doorsneden is met het blote oog te zien of er sprake is van een eigenaar of eigenares. Hoewel over de verschillen in capaciteit nog frequent wordt gesteggeld wordt op dit moment toch aangenomen dat mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen zorgen voor twee verschillende soorten hersenen per soort.
Die verschillen beginnen vaak al tijdens het embryonale leven. Bij mensen tijdens de testosteronpiek op 20 weken zwangerschap.
Het verschil in oriëntatievermogen bijvoorbeeld. Wanneer vrouwelijke ratten, waarbij het proces van ‘brain sex priming’ zich enkele dagen na de geboorte afspeelt een dosis testosteron kregen toegediend, vonden zij de weg even snel in een doolhof als hun mannelijke ‘tegenhangers’. Een effect dat gedurende het hele leven bleef bestaan. Ook vrouwelijke rhesusaapjes bleven levenslang mannelijk stoeigedrag vertonen nadat hun moeder tijdens de zwangerschap op het juiste moment een testosteron shot had ontvangen. Mensenmeisjes, die ten gevolge van een bijnier afwijking tijdens de zwangerschap bloot stonden aan te hoge bloedspiegels van het mannelijk geslachtshormoon, laten de poppen vaak links liggen en hebben meer belangstelling voor auto’s, zijn agressiever en kiezen later ook vaker voor mannelijke beroepen. Kleuters, die blootgesteld waren aan te lage bloedspiegels van het mannelijk geslachtshormoon bleken taal en sociaal vaardiger – dus meer communicatief ingesteld - en over een grotere woordenschat te beschikken. Niet verrassend dat autisme dan ook vooral bij jongens voorkomt.
De kinderpsychologe Martine Delfos: mannen en vrouwen kunnen veel dezelfde dingen maar als het er op aankomt, neemt het voorkeursgedrag de overhand. Neem de reactie op gevaar bijvoorbeeld. Mannen proberen een situatie van onveiligheid te beteugelen door competitie met andere mannen, terwijl vrouwen het vooral zoeken in het leggen van zo veel mogelijk relaties met hun omgeving. Ze trekken zich terug in de slachtofferrol want die biedt de meeste kans op hulp en bescherming.